10. Toraja 8 – 11 januari

10 januari 2017 - Rantepao, Indonesië

Om 8 uur weer op pad, want vandaag is een lange reisdag. Vanuit Sengkang weer ongeveer 200 km verder naar het noorden. 
Het weer  is al weer heerlijk vandaag met temperaturen van ongeveer 35 graden is het warm, maar in de auto hebben we airco. Onderweg stoppen we regelmatig voor een mooi uitzicht en voor koffie en een lunch.
Allereerst willen we in Sengkang nog even naar de zijdewevers gaan. Het is zondag vandaag en er zijn niet veel meisjes om te weven. Onder elk huis staan wel meerdere weefgetouwen. Het zijn echt oude apparaten, waar men toch geweldige resultaten mee maakt. Bij de partonen moet echt nog met de hand de draden worden geteld. Ook het ikar weven wordt hier gedaan. Hiervoor worden de inslagdraden vooraf in verschillende kleuren geverfd, door steeds op regelmatige afstanden de draden samen te knijpen wordt dat stukje niet geverfd. Heel mooi resultaat. We lopen nog even rond in de tuinen. Kornelius wijst een broodboom aan die wij niet kennen. Het is een vrucht gelijkend op een durian met kleine stekels, als deze wordt gekookt kan het als brood worden gegeten. Ook de mengkudu vrucht is ons onbelend, deze is goed voor het cholesterol. We kijken nog in een winkeltje, maar het eindresultaat valt mij een beetje tegen, het is wat ruw en stug.
We rijden het eerste stuk weer tussen de vlakke rijstvelden, die er een beetje droog uit zien. Waarschijnlijk is hier het irrigatie systeem te laat aangezet.
Na Enrekang rijden we langzaam de bergen in.  Al snel zien we de hoogste berg  van Toraja land, maar die laten we rechts liggen. 
We lunchen op een voor de Toraja wel heel bijzondere plaats. Naast de mannelijke berg staat nl de vrouwelijke berg. Volgens Kornelius gaan we op deze erotische plaats lunchen.
Het verhaal van het Toraja volk is dat ze een paar eeuwen voor Chr. vanuit ZO Cambodja en Zuid Vietnam deze kant op zijn getrokken. Ze zijn verwant aan de Batak  op Sumatra  en Dajak op Borneo. De  Toraja zijn bij Enrekang Sulawesi binnen gekomen en later verder naar het noorden getrokken.
Hoe noordelijker we komen, des te slechter de wegen worden. 
Bij de toegang van Troaja staat een welkomst boog. Eén van de danseressen boven op de boog is de zuster van Kornelius onze gids.
We hobbelen nog even door tot het plaatsje Lemo, het meest bekende dorpje in Toraja om zijn tau tau poppen.
Tau tau poppen zijn houten poppen die gemaakt worden naar het evenbeeld van een overleden adelijk persoon. Deze pop wordt op een soort balkon voor bij het graf in de bergwand geplaatst. In Lemo zijn de graven van drie clans. Elke familie wordt samen in één uitgehakt graf gelegd. De doden worden gebalsemden in linnen doeken achter het deurtje gelegd.
Wel jammer dat in de 80-er jaren hier veel grafschennis is geweest, daardoor heeft men een aantal gestolen tau tau poppen moeten vervangen.
Terug door het rijstveld dat al is geoogst daar  ligt een dikke buffel heerlijk te badderen in de modder.
Ons hotel ligt bij Rentepao, lekker rustg net buiten de stad met zicht op de rijstvelden. Het is gebouwd in Torajastijl.
De dag begint met even lekker zwemmen in het zwembad. 
Vandaag gaan de de omgeving ten noorden van Rentepao bekijken. Nog in de stad ziet de gids dat er een trouwerij  is, daar moeten we eerst even kijken. Het bruidspaar is er nog niet, die zit nog in de kerk. Een aantal gasten, arriveerd al. Wij kunnen rustig het feestterrein bekijken. Voor het hoofdgebouw staat een soort altaar voor het bruidspaar opgesteld. Daar tegenover staan voorraadschuren met daaronder en ertussen zitplaatsen voor de gasten. Iedere familie heeft zijn eigen plaats, met de belangrijkste persoon onder de ingang van de voorraadschuur. Rangen en standen zijn hier heel belangrijk. De rijkdom is af te lezen aan het aantal voorraadschuren, de adelstand is te zien aan de hanen en draken versieringen. 
We vertrekken voordat het bruidspaar arriveerd, want in de omgeving is ook een begrafenis waar we bij willen zij. Dat klinkt ons Nederlanders belachelijk in de oren, maar hier heel gewoon.
 Ook hier blijkt het om een heel rijke familie te gaan. De overledene, een 80-jarige opa, is al een jaar geleden dood gegaan, en wordt nu pas echt begraven.
Het lijk ligt gebalsemd en in doeken gewikkeld op een hoge stellage. Op het middenterrein staan een aantal buffels  die geofferd gaan worden, waaronder een heel speciale gevlekte buffel. Vandaag is de eerste (van7) ontvangstdag. Dat is een hele ceremonie die we ook bijwonen. Het is een ceremonieel van komen en gaan, waarbij het geven van buffels en varkens centraal staat.
We worden uitgenodigd  hier te blijven eten. Dat is gebruikelijk hier,  je hoort niet zonder te eten te vertrekken.  Met rijst op een vetvrij papier en lekkere varkenssaté en stukjes buffel. 
De meeste buffels en varken zullen worden geslacht, waarvan de helft weer met de gasten terug naar huis haat. De rest wordt geconsumeerd op de ceremonie en verdeeld onder de eigen dropsgemeenschap.
Voor ons komt dit  alles heel vreemd, wreed en onwerkelijk over. Toch is het wel heel bijzonder dat wij zo’n ceremonie kunnen en mogen bijwonen.
In de middag staat een hike gepland. Daarvoor rijden we de berg Tinimbayo (2500m) een eind op. Dan wandelen we naar beneden tussen de rijsterrassen door. Onderweg passeren we een aantal traditionele dorpen. Alle met huizen met het dak in de vorm van een schip en diverse dito vorraadschuren erbij. Steeds vaker staan er ook moderene stenen huizen tussen. Ook worden de palen bij nieuwe schuren en huizen vaak van beton gemaakt. De echte traditonele woningen met een bamboo dak  zijn heel zeldzaam. De meeste hebben zoals bijna alle huizen in Sulawesi een dak van golfplaten.
Toch doet dat niets af aan de pracht van het landschap, adembenemend is deze omgeving. Aan het einde van de wandeling staat onze chauffeur Iis op ons te wachten om ons langs nog meer dorpjes en begraafplaatsen  naar het hotel te brengen.
Begin van de avond weer eens stroom uitval, het duurt nogal even dus gezellig bij een kaarsje zitten. Ook ons diner moet in donker worden gekookt, en dan eten bij kaarslicht, heerlijk romantisch, tot het licht ineens weer aanfloept.
Dan de laatste dag in Torajaland. Er is grote markt vandaag, niet alleen een warenmarkt, maar het belangrijkste is natuutlijk de dieren markt. Natuurlijk staan de buffels hier op nummer één. Pracht exemplaren met grote hoorns, witte hoorns en natuurlijk de duurste gevlekte buffels. De laatste zijn tot wel 3 à 4 keer de prijs van een normale zwarte. Alle buffels worden hier enorm verwend, elke dag worden ze gewassen, afhankelijk van de soort zelfs met zeep of shampoo. Daarna heerlijk droog gewreven en met olie ingesmeerd. Je zou hier bijna een buffel willen zijn. 
Dan de varkens, zie zijn wat handzamer en worden daarom op een rek gebonden. Lekker handig voor vervoer met de ‘varkentaxi’ (motorfiets).
Op de warenmarkt  zitten veel vrouwen pruimtabak en betelnoten te verkopen. Ook de messenhandelaar doet hier goede zaken, er moeten altijd weer buffels worden geslacht.
Kleine gedroogde- en verse vis, kruiden, bonen, pepers en vruchten in allerlei soorten en maten. Mooi foto materiaal.
Dan gaan we zuidelijk richting  Ke te kesu, waar we eerst een trouwceremonie gaan bijwonen. De bruid woont tussen de rijstvelden, en samen met de andere genodigden wandelen we naar de lokatie van de ceremonie. Deze is duidelijk eenvoudiger dan die van gisteren. Na een tijdje arriveerd het bruispaar met wederzijdse ouders uit de kerk.
Alle traditioneel gekleedde kinderen maken een welkomstpoort. Het bruidspaar is westers gekleed voor de kerkdienst. Na de welkomsttoespraak gaan zij zich verkleden in traditionele dracht. Er  volgt  een veiling van varkens en – stukken, voor donatie aan de kerk en de vrouwenvereniging PKK. Wij verlaten dan de ceremonie anders komt het programma in de knoei.
In het traditionele dorp Ke te Kesu staan de huizen nog in hun oorpronkelijke vorm. Deze huizen vallen onder Unesco en zijn van de vier belangrijkste clans in deze regio. De tweede is van de clan van onze gids Kornelius. Achter de woningen is de oude begraafplaats, waar verscheidene sarcofagen tegen de rotswand zij geplaatst. Uiteraard is er in de loop van de tijs wel wat gesneuveld, de botjes liggen wat door elkaar. Die mogen niet worden aangeraakt, voor een herbegraving is weer een ceremonie nodig met het slachten van een buffel. In een nis zijn een aantal oude en nieuwe tau tau poppen te zien achter tralies. Aan het einde van het pad is de begraafgrot voor het gewone volk, de kisten worden hier opgestapeld.
Dan zijn we wel aan de lunch toe, om daarna door te gaan naar de oudste rotsgraven van een hoge adelijke familie. Hier zien we héél oude tau tau poppen, weer een aantal rijen net als bij Lemo, alleen deze zijn echt authentiek. De oudste is ongeveer 300 jaar oud. De laatste pop is pas een paar maanden geleden bijgeplaatst. Dat geeft wel aan dat deze traditie wel degelijk nog levend is.
In een ander dorp zijn nog een paar broodbomen die dienst doen als ‘babyboom’. Babys die komen te overlijden worden in foetus houding in de boom begraven, zodat hun nog schone ziel met de boomsappen naar de hemel kan gaan. Ik vind dat een mooie gedachte.
Minder mooi is het volgende dorp qua oude ideeën, het wordt niet voor niets het koppensnellers dorp genoemd. Bij de hoogste adel was het tot 1900 gebruikelijk om naast 24/32 buffels, varkens, kippen, en een hond ook één mens (slaaf) mee te offeren. De schedels liggen ten toon gesteld op een richel voor  het grote huis. Het oudste traditionele huis hier is uit midden 16e eeuw.
Tussen de rijstvelden en kleine dorpjes door rijden we over heel smalle en soms erg hobbelige weggetjes weer richting Rantepao.

Foto’s