11. Midden Sulawesi 11 – 13 januari

13 januari 2017 - Palu, Indonesië

De rit van Rantepao naar Tenteno aan het Poso meer in Midden Sulawesi is erg lang. Omdat we niet al te veel tijd hebben en toch veel willen zien hebben we hier voor  gekozen.
We stoppen voor ons ontbijt (in the box) in Palopo met mooi uitzicht. 
We maken een stop bij dames die dakbedekking  aan het vlechten zijn van de bladeren van de sagopalm. In Het zuiden gebruiken ze hier de Nipa palm voor.
Het valt ons op dat de huizen hier steeds minder op palen worden gebouwd, maar direct op de grond met steen. 
Verder gaat de rit noordwaards de bergen op,  bij diverse mooie uitzichten stoppen we even. En dan komt de toegangspoort van Midden Sulawsi, waar we in de verte het Poso meer zien liggen. En dan de keuze, gaan we oost- of west- langs het meer? De oostkant rijdt sneller, maar de westkant bied veel mooie uitzichten. Daar kiezen we dus voor, dat betekent nog lander reizen. We komen dus pas om 8 uur ‘s avonds aan na 14 uur reizen,  dus eten en meteen moe  naar bed.
Maar uitrusten is er even nog niet bij, we gaan meteen weer op pad naar de Bada vallei.dit is de eigenlijke reden om ook Midden Sulawesi aan te doen.
De Bada Vallei ligt in het Lore Linde Nationaal park. Daarvoor moeten we eerst een berg over waar gelukkig nu sinds twee jaar een nieuwe weg ligt. Toch heeft deze smalle weg nu al renovatie nodig. We rijden namelijk door het primaire tropische egenwoud. Dus erg vochtig en vaak overvloedige regenval, met de nodige aardverschuivingen. De bomen zijn dik met mos en varens begroeid. We hebben geluk dat het droog weer is, dus hebben we in drie uur de afstand van 80 km overbrugd. Meestal wordt deze trip met een jeep gemaakt, maar onze chauffeur Iïs durft het wel aan. 
De  vallei is  rondom afgesloten  door bergen met regenwoud en werd tot voor kort alleen per klein vliegtuig door de missionarissen bezocht.
Daardoor heeft het zo lang geduurd dat men hier  iets heel bijzonders hier ontdekte. In de 80-er jaren van de vorige eeuw bleken een aantal ‘menhirs’ die hier staan, echte prehistorische megalieten te zijn. Hun oorsprong en reden is tot op heden niet goed duidelijk. Alle megalieten hebben een duidelijk gezicht, ook armen en het geslacht is  te zien.
De plaatselijke bevolking heeft er wel een verhaal omheen gemaakt, maar dat is niet wetenschappelijk bewezen.
Een plaatselijke gids moet ons de weg wijzen. De megalieten die wij bezoeken liggen bij de dorpjes Bumba en Gintu. Vanwege de beperkte tijd maken we geen trekking maar rijden we zo dicht mogelijk er met de auto naar toe.
We bezoeken nr 8 vrouw van Arimpohi,  nr 7 vriendin van Arimpohi, Nr 4 Arimpohi (onthoofd), nr 1 Watu Palindo, Patung Kerbau(buffel), nr 12 O.B.A. De aap, nr 10 Palindoh
Vooral de weg naar de grootste was erg spektaculair, door diepe kuilen met water en bijna onmogelijk te nemen kuilen en geulen, maar het lukt Iïs.
De beelden worden af en toe nog in de ongeving gevonden, in de Bada vallei inmiddels 20.
Ook op andere plaatsen in het Lore Linde park komen zulke megalieten voor, die zijn echter alleen met meerdaagse trekking te bereiken.
De boeren in de vallei werken op het land en hebben wat koeien en varkens. Karbouwn zien we hier niet meer, die zijn inmiddels door de Torajanen opgekocht en vervangen door de Japanse buffel. De dorpjes liggen prachtig bij oiv de vrouwenvereniging PKK.
Heel bijzonder dat we deze nog weinig bezochte plaats hebben mogen zien.
Nu hebben we iets meer tijd om te genieten van het Dolidi Ndano resort. Eerst even zwemmen vanaf de mooie steiger in het heerlijk schone water van het Poso meer. 
Dan kennis maken met de eigenaar, die ons zijn levensverhaal en de verbinding met zijn Nederlandse  ‘ouders’ vertelt. Deze Nederlanders hebben deze Indonesische jongen, die in de verdrukking raakte tijdens de onlusten met de moslims in Poso begin deze eeuw, geholpen een nieuw bestaan op te bouwen. Hij heeft nu een restaurant en een paar bungalows voor verhuur, maar ernaast ook nog een opvang voor wees- en verstoten kinderen uit de omgeving. De  stichting Dolidi Ndado wordt veelal door  Nederlanders gesponsord (http://www.stichtingdolidindano.com)

Deze omgeving van midden Sulawesi is het doel geweest van het  transmigratie programma van de regering van Indonesië in de jaren 60 van de vorige eeuw. Het doel was om mensen van een dicht bevolkt  deel naar een dunbevolkt deel te laten verhuizen. De bevolking van Java en Bali kwamen hier voor in aanmerking. Zij kregen bij verhuizing naar Midden Sulawesi gratis grond, een klein huis en geld voor 6 maand overleven. Dit gaf veel jaloezie waardoor eigenlijk de onlusten in de ongeving Poso ontstonden. Er werden immers veel moslims (Java) en hindoes (Bali) in christelijk Sulawesi gebracht. Javanen kregen de betere baantjes, waardoor het geld naar Jakarta stroomt. 
We zien hier dus een mengelmoes van culturen door elkaar, geen authentieke dingen.

De laatste dag in Sulawesi is een reis van 300 km over goede wegen. Eerst zien we  veel  cacoa, kruidnagel, papaja, banaan en teak plantages. Dit afgewisseld worden met stukjes secundair woud, zo rijden we de eerste 100 km tussen een groene haag.
Na Poso zijn er veel palmbomen in deze  kuststreek. De kokosnoten worden nu geoogst.
Van de  oude gele noten wordt het vruchtvlees vers geraspt. Dat kan worden geperst tot kokosmelk. Hier wordt het  vruchtvlees  veelal te drogen gelegd, dat heet kopra. Kopra wordt geexporteerd, er wordt later zeep of kokosolie van gemaakt.
De bast van de kokosnoot dient als brandstof of al grondstof  voor touw en matten.
We zien het oogsten van de kokosnoten. Onze gids maakt er zelf één open om het sap te drinken en het vruchtvlees er vers uit te scheppen om te eten. Dat is best wel lekker en gezond volgens Kornelius.
Ook grote rijstvelden hier langs de kust. Dat is een mooi gezicht met de palmbomen en de zee op de achtergrond. Grote rijstboeren hier, dus vlakken met rijst die ligt  te drogen op het beton. Nou drogen dat wil vandaag wel bij een temperatuur van ongeveer 35 graden. Na het drogen gaat de rijst in de machine om te ‘ontvliezen’. De witte rijst gaat in de zakken, de vliesjes  dienen als compost of voor zeepfabricage. Hier wordt niets weggegooid.
Dan volgt de oversteek door de bergen. In de Nederlandse tijd is hier een strook regenwoud ontbost voor een weg en voor koffie plantages en groenteteelt. Een prachtge route met vooral aan de rechterkant uitzicht op het primaire regenwoud. De weg loopt net ten noorden van het NP Lore Linde en verbind de oost- met de westkust. 
Tijdens deze route zien we op twee plaatsen zwarte apen. Deze Makaken lusten graag fruit en daar laten ze zich dan ook mee lokken. Vooral bij de tweede stek waren ze erg dichtbij. Hier mooie foto’s en films van kunnen maken.
Al met al is het toch weer zes uur voor we in ons hotel in Palu komen.
Nog even zwemmen, eten en de koffers opnieuw inpakken voor de reis naar huis.

1 Reactie

  1. Aly Maat:
    13 januari 2017
    Het lijkt mij een mooie reis, maar al die lange afstanden door soms ontoegankelijk gebied lijkt mij erg vermoeiend. Komen jullie zaterdag de 14 e weer aan in Nederland ? Of een dag later ? Groetjes, een goede reis en tot ziens. Pa en Ma.