07. Makassar – Malino 3 januari – 4 januari

5 januari 2017 - Malino, Indonesië

Vroeg in de ochtend vertrekt ons vliegtuig van Citilink van Terminal 1A vanuit Surabaya naar het eiland Sulawesi. 
Op het airport van Makassar staat Kornelius Palingi onze gids ons op te wachten. Snel kennis maken en het dagprogramma doornemen. De chauffeur Isi komt ook al aanrijden. 
Bij de uitgang van het airport staat een groot beeld van Sultan Hasanuddin 16e koning van Gowa, de laatste koning want hij is verslagen door de Nederlanders.
Eerst richting  Maros waar we gaan varen in het Rammang-Rammang gebied. Dat is een groot limestone (kalksteen) gebergte. De rivier heeft hier nog wat invloed van eb en vloed. Er groeien veel mangrove bomen en palmen.
Langs de rivier rijzen de steile wanden van het karstgebergte  (kalksteen-, limestone-) recht omhoog, met allerlei gaten en holen erin, die zijn uitgeslepen door het water. Prachtig begroeit  zijn veel van deze bergwanden, terwijl andere hun grijze grillige vormen laten zien. Grotachtige holen zien we ook, één ervan schijnt bewoond te zijn door vliegende honden (zie foto verslag Malang). Die zijn nu niet te zien, ze vliegen bij schemer pas uit. De poep van deze beesten wordt als mest gebruikt door de bevolking.
Dat zijn de  Burginezen die leven van visvangst en landbouw. Dat kan je heel mooi zien aan de daken van hun huizen. Landbouwers hebben een V-vorm op het huis, herinnerend aan de horens van de karbouwen (buffels). De vissers een v-vorm die de staart van een vis verbeeld.
Wij gaan zo’n origineel dorpje bezoeken, kampong Berua. Hier zien we de natte rijstvelden omgeven door dijkjes, zodat hun voetjes goed in het water staan. Ook zijn er een soort van vierkante vijvers waarin vis wordt gekweekt in brak water. De kleine visjes worden in zee gevangen en hier in drie maanden groot gekweekt met voer van gemalen rijst vliezen.
Al lopend over de smalle glibberige dijkjes tussen de rijstvelden komen we langs een soort buitenkeuken/winkeltje. Twee dames zijn net platte  groente bollen aan het bakken. Hier  lekker van gesmikkeld en kunnen we even droog wachten tot de regenbui over is.
Wat is het hier heerlijk rustig, met wat scharrelende magere kippen, ganzen en eenden. Onder de huizen staan ook nog wat geiten, en de koeien worden op de dijkjes uitgelaten om hier gras te eten. 
Met de boot varen we terug naar een restaurantje op palen waar we lunchen. Het laatste stukje lopen we over de dijkjes en een mooie bamboobrug naar de plaats waar de chauffeur op ons wacht. 
Onderweg stoppen we nog een paar keer om het mooie gebergte en de grillige stenen in de rijstvelden te fotograferen.
Dan via kleine hobbelige weggetjes naar het prehistorisch park Leang-Leang. Naast veel kalksteenformaties zijn hier in een paar grotten prehistorische wandtekeningen te zien. Hiervoor moet wel iemand meekomen met een sleutel om de hekken te openen. Maar het is echt ongelooflijk dat hier bijna in de open lucht tekeningen van duizenden jaren geleden bewaard zijn gebleven. Het zijn vreemde hand- en dier- (zwijn) afdrukken, die met een soort blaastechniek met oker zijn aangebracht. Verder is hier vrij onverschillig omgegaan met de stalactieten die hier ontstaan waren. Ook zien we in één van de grotten een vogelnestje van een zwaluwsoort, dat eetbaar is. 
En dan naar Makassar, waar Kornelius het Fave hotel voor ons heeft geboekt. Midden in de stad, met een heerlijk lokaal bekend visrestaurant (Lae Lae)  om de hoek, en vijf minuten van de boulevard. Wij weten de avond wel vol te krijgen.
Om half 8 gaat de wekker met de bedoeling om voor het ontbijt eerst te zwemmen, maar het stortregent. Dus lekker rustig aan doen, we hoeven pas om 9 uur te vertrekken. 
Eerst naar de vismarkt, waar de vis elke ochtend vers wordt afgeleverd door de vissers. De opkopers hebben hun waren keurig netjes opgestapeld. We zien de rode- en witte snapper en  garnalen in meerdere soorten en maten, vooral de prawns zien er prachtig uit. Ook een paar kleine haaien en papegaaivissen herkennen we. Nog vele soorten meer. Het meest opvallende is wel dat deze vismarkt niet stinkt.
We lopen door naar de oude haven en bekijken het handmatig lossen van de houten  boten. Die loopjongens dragen zakken van 80 kg cashewnoten over een afstand van ongeveer 75 meter op hun schouders. Dat is verschrikkelijk zwaar werk.
De boot heeft één mast en een motor en komt in drie dagen uit Floris gevaren. De originele Pinisi hebben twee masten, die liggen hier nu niet. 
Daarna gaan we door naar Fort Rotterdam. 
Dit verdedigingswerk in de vorm van een schildpad is in 1545 gebouwd. Het wordt ook wel Benteng Ujung Pandan ( fort in eiland vorm met palmbomen) of Benteng Penyut (schildpadfort) genoemd. De punten op de hoeken zijn dan de poten, de kop is het grote verdedigingswerk en ook de entree.
Het fort is gebouwd door de 9e koning van Gowa, maar is in  de 17e eeuw na een felle strijd van een jaar, olv gouveneur generaal Cornelis Speelman, in Nederlandse handen gekomen.
De Nederlanders hebben het gehele binnenplein gesloopt en opnieuw ingericht in gotische stijl.
In de 17e eeuw zijn vanuit hier al 70 Portugeze schepen tot zinken gebracht.
Er zijn nu twee musea, links een historisch en rechts een etnologisch. We besluiten de laatste te bezoeken om vooraf wat meer kennis van het eiland te krijgen.
Het museum begint met de oudste bewoners, de To Alá (Bosman), waarvan we gisteren in het karstgebergte al in hun grotwoning met prehistorische tekeningen waren.
Tot voor kort werd er van boomschors nog kleding gemaakt oa door de Bada (later in de reis).
Ook grafstenen met een menselijk gezicht van de Bugis stam.
De Luwu stam ten oosten van Toraja schrijven al vroeg op palmpapier en papierrollen.
Palopo was al moslim im 1902.
In Toaja nog steeds veel levende traditie . Bijv. Placenta begraven ten oosten van het huis voor binding, hier kom je steeds weer terug.
Verschillende huizenvormen van Toraja , Bugis en Makarees.
Ook oude landbouwgereedschappen met veel uitleg. Hier is de zaai kalender wel heel bijzonder.
Verder de visserij, een boot van bamboo met één of twee zijspannen die Lepa lepa wordt genoemd en alleen geschikt is voor ondiep water.
Een Pinisi zeilboot met twee masten en zeven zelen en een Bagang boot met twee boten en een dek ertussen waaronder het visnet hangt, een soort catamaran.
Zo zijn we in korte tijd veel wijzer geworden. 
Dan na de heerlijke lunch in een visrestaurant op weg naar Marino een plaats in de bergen van Zuid Sulawesi. De weg is slecht, stukgereden door de zware vrachtwagens die stenen uit de meanderende rivier komen halen voor de huizen- en wegenbouw. Daardoor lijkt een groot deel van de brede rivier omgewoeld. Er worden nu dijkjes gemaakt om de rivier enigszins in ruimte te beperken.
Bij een van de vele rijstterrassen spot ik nog  een Blue taillet bee-eter.
De plaats Malino Ligt op 1000 m hoogte omgeven door rijstvelden. Al vanouds wordt  deze plaats gebruikt als vergaderplaats voor verschillende groeperingen.
Wij hebben een mooi kleine bungalow op het kleine park van Villa Tengah Sawa met een prachtig uitzicht op de rijstvelden. Een heel mooie inrichting van het patio restaurant en de patio’s bij de bungalows met heel leuke functionele meubelen en ligbedden. Een bibliotheek aanwezig met ook veel Nederlandse boeken ( vrouw eigenaar is Nederlandse) over oa  Indonesië en flora en fauna.
Hopelijk is het morgenochtend weer  droog genoeg om hier een wandeling te kunnen maken.

Foto’s