06. Bromo 1 januari – 2 januari

2 januari 2017 - Surabaya, Indonesië

Om bij de Bromo te komen moeten we helemaal om het vulkaanmassief heen, want Cemoro Lawang is alleen van de noordzijde te benaderen. Deny neemt wel een paar leuke binnendoor weggetjes, maar het blijft een lange rit met veel lintbebouwing langs de weg. 
Bij de lunch proeven we  de lokaal zeer bekende ‘Nasi Rawon’, een donkere rundvleessoep met rijst.
Zodra we afslaan naar de Bromo begint het landschap weer echt mooi en interessant te worden. Na te zijn overvallen door een tropische regenbui, waarbij het water in  één  stroom naar beneden komt, volgt de zeer kronkelige weg naar het  2200m hoge dorpje Cemoro Lawang. Onderweg komt ons  een niet aflatende stroom scooterrijders tegemoet die hier boven bij de Bromo de jaarwisseling hebben gevierd.
Wij hebben hier een zéér eenvoudige homestay geboekt.
Deny gaat op zoek naar een jeep om morgen naar het uitzichtpunt bij  de vulkaan Gunung Penanjakan  de zonsopkomst boven de nog actieve vulkaan de Gunung  Bromo te kunnen bekijken.
Deny heeft voor ons een jeep met driver voor €35 geregeld, die ons om 3 uur komt ophalen bij ons zeer Spartaanse onderkomen. Na betalen van €25 entree p.p. rijden we in het pikdonker over de kronkelende steile weg naar het hoogste uitkijkpunt. Het is een soort file van ongeveer 800 jeeps. Van beneden lijkt het alsof er een lichtgevende slang zich de berg op kronkelt. Een halve km voor het eindpunt moeten we gaan lopen omdat de jeeps vanaf hier drie dik naast elkaar zijn geparkeerd.
Dik gekleed met veel laagjes over elkaar, regenjas aan en paraplu mee. Het is heel mistig en het regent ook nog. We moeten nog een uur wachten vóór de zon om 5:15 uur opkomt. Tot op het laatst blijf je hopen dat de bewolking gaat wijken, maar het wordt licht zonder ook maar iets van een vulkaan te zien. Sterker nog, het zicht is maar max 10 meter. Jammer maar helaas. Gelukkig krijgen we van onze jeepchauffeur wel een paar foto’s van zoals het  had moeten zijn.
Dan de berg af en door de ‘zandzee’ naar het parkeerterrein op 2 km van de Bromo. Dus hier 2 ½ km lopen door nog steeds regen en mist. Dan nog 250 traptreden naar de kraterrand. Hier haken we af, want we gaan niets zien. Na een lekker kopje koffie is ineens wel de kraterrand te zien. Dus tòch maar de traptreden. Het is echter ijdele hoop, we zien geen rook uit de krater komen, in ieder geval is het verschil tussen wolk en rook niet te zien. Maar we horen de vulkaan wel bulderen en de sterke zwaveldamp beneemt bijna je adem. Een beetje een desillusie is het wel. Doornat komen we tegen negenen weer bij het guesthouse. Na een vlugge douche gaan we snel op pad naar de warme stad Soerabaja. Bij het guesthouse nemen we afscheid van Deny, die we op de laatste dag, 14 januari, nog één dag terug gaan zien.   We zijn mooi op tijd om nog heerlijk te kunnen relaxen in de overdekte patio. De natte kleding kan mooi drogen.  Het is hier echt heet, 33 graden met 43 graden gevoelstemperatuur. En dan kan een tropische  stortbui niet uitblijven.
Vanavond maar weer vroeg naar bed want het vliegtuig met Citylink naar Sulawesi vertrekt om 7:10 uur. 

Foto’s